zondag 16 september 2007

Pronk stelt ook onderhandelingen voor met de Taliban

De Nederlandse vredesmissie in Afghanistan kan volgens oud-minister Jan Pronk alleen succes hebben als het Westen gaat onderhandelen met aanhangers van de Taliban. “Hulp en vredestroepen zijn niet genoeg.”

Maar de Taliban heeft vorige week laten weten dat het alleen wil onderhandelen als de buitenlandse troepen vertrekken uit Afghanistan.

“Humanitaire hulp en vredestroepen zijn nodig, maar zijn niet voldoende om de problemen van Afghanistan op te lossen,” aldus Pronk, die momenteel kandidaat-voorzitter is voor de PvdA.

Hij stelde dit zaterdag vast bij de opening van de 41ste Vredesweek. Onder het thema Vechten voor Vrede stelt de kerkelijke vredesbeweging IKV Pax Christi de komende dagen vredesmissies centraal.

Onderhandelen
Zaterdag ging de discussie vooral over de Nederlandse vredesmissie in Afghanistan. Pronk zei dat het Westen soms moet onderhandelen met partijen die zich gruwelijk hebben misdragen, omdat er anders geen perspectief is op een blijvende uitweg uit een situatie van onderdrukking en geweld.

Pronk haalde hiervoor een aantal parallellen aan. Hij verwees naar Mozambique, waar de rechtse beweging Renamo tal van gruwelijke misdaden op haar geweten had. Toch begonnen in 1991 onderhandelingen met die beweging over een vredesregeling.

Het leidde uiteindelijk tot een stopzetting van het geweld in het Afrikaanse land. Renamo werd een gerespecteerde politieke partij.

Door "onze zuiverheid", de weigering te praten met groeperingen met bloed aan hun handen, creëren wij vaak gewelddadige organisaties, zei Pronk.

Hij noemde als voorbeeld de weigering om Hamas als gesprekspartner in de Palestijnse gebieden te aanvaarden. Daardoor wenden Palestijnen zich tot nog radicalere organisaties.

Pronk kreeg steun van directeur Jan Gruiters van IKV Pax Christi. Die zei dat de huidige vredesmissie in Afghanistan “ernstige tekortkomingen” kent.

Enige tijd geleden stelde ook oud-minister van Defensie Joris Voorhoeve onderhandelingen met de Taliban voor.

De Taliban heeft voor onderhandelingen met de Afghaanse regering deze week echter als voorwaarde gesteld dat de buitenlandse troepen uit Afghanistan vertrekken. Dus

Pakistan
Niet alleen ontbreekt een dialoog met gematigde Taliban, ook blijft het volgens Gruiters “dweilen met de kraan open”, als niet via internationaal overleg wordt tegengegaan dat nieuwe extremistische strijders uit Pakistan Afghanistan binnentrekken.

De uitdrukking ‘dweilen met de kraan open” werd eerder ook gebruikt door een Nederlandse commandant in Uruzgan.

Volgens veiligheidsdiensten werven de Taliban en Al-Qaida mensen in Pakistan om in Afghanistan te strijden en zelfmoordaanslagen uit te voeren. Dit zou ook gebeuren op medressa’s, religieuze scholen, waarvan er in Pakistan duizenden zijn.

Afghanistan en Pakistan worden gescheiden door een grens, de Durand-lijn, die aan het eind van de 19e eeuw door de Engelsen is getrokken. Hierdoor wordt de Pathaanse bevolking verdeeld over twee landen. Dit willen veel mensen helemaal niet hebben. De taliban heeft voornamelijk aanhangers onder de Pathanen.

Opium
Ook zal volgens Gruiters de “opiumeconomie” elke vorm van goed bestuur in Afghanistan blijven ondermijnen, als het Westen geen strategie bedenkt die zich richt op “gesubsidieerde en alternatieve gewassen”.

Gruiters riep de Nederlandse regering op om deze en soortgelijke vragen “overtuigend en oprecht” te beantwoorden, om zo een breed maatschappelijk draagvlak voor de missie in Afghanistan te scheppen.

Vorige week wees het kabinet het voorstel van de Senlis Council, een internationale denktank die zich buigt over drugsproblematiek en de situatie in Afghanistan, van de hand om van papaver pijnstillers te maken.

Uit een enquête bleek dat 94% van de mensen dit alternatief steunt.

Omdat er een wereldwijd tekort is aan opium, zou het een alternatief kunnen zijn om de papaverteelt aan te wenden voor het maken van morfine. Maar de regering wil dit niet. Het zou een verkeerd signaal zijn aan de Afghaanse boeren.